Alleen afhangen van de Heer


  • Doch Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, staat vast, en ziet het heil des HEEREN, dat Hij heden aan ulieden doen zal, want de Egyptenaars, die gij heden gezien hebt, zult gij niet weder zien in eeuwigheid. De HEERE zal voor ulieden strijden, en gij zult stil zijn.
    Exodus 14:13, 14
  • Wanneer gij zult uittrekken tot den strijd tegen uw vijanden, en zult zien paarden en wagenen, een volk, meerder dan gij, zo zult gij voor hen niet vrezen; want de HEERE, uw God, is met u, Die u uit Egypteland heeft opgevoerd.
    Deuteronomium 20:1
  • De HEERE nu is Degene, Die voor uw aangezicht gaat; Die zal met u zijn; Hij zal u niet begeven, noch u verlaten; vrees niet, en ontzet u niet.
    Deuteronomium 31:8
  • Een enig man onder u zal er duizend jagen; want het is de HEERE, uw God, Zelf, Die voor u strijdt, gelijk als Hij tot u gesproken heeft.
    Jozua 23:10
  • Hij zal de voeten Zijner gunstgenoten bewaren; maar de goddelozen zullen zwijgen in duisternis; want een man vermag niet door kracht.
    1 Samuël 2:9
  • want bij den HEERE is geen verhindering, om te verlossen door velen of door weinigen.
    1 Samuël 14:6
  • En deze ganse vergadering zal weten, dat de HEERE niet door het zwaard, noch door de spies verlost; want de krijg is des HEEREN, Die zal ulieden in onze hand geven.
    1 Samuël 17:47
  • Zijt sterk, en hebt een goeden moed, vreest niet, en ontzet u niet, voor het aangezicht des konings van Assyrie, noch voor het aangezicht der ganse menigte, die met hem is; want met ons is er meer, dan met hem. Met hem is een vleselijke arm, maar met ons is de HEERE, onze God, om ons te helpen, en om onze krijgen te krijgen. En het volk steunde op de woorden van Jehizkia, den koning van Juda.
    2 Kronieken 32:7, 8
  • Houdende mijn gangen in Uw sporen, opdat mijn voetstappen niet zouden wankelen.
    Psalmen 17:5
  • Doe mij recht, HEERE! want ik wandel in mijn oprechtigheid; en ik vertrouw op den HEERE, ik zal niet wankelen.
    Psalmen 26:1
  • Geef Gij ons hulp uit de benauwdheid, want 's mensen heil is ijdelheid.
    Psalmen 60:11
  • Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting.
    Psalmen 62:5
  • Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is, in welker hart de gebaande wegen zijn. Zij gaan van kracht tot kracht; een iegelijk van hen zal verschijnen voor God in Sion. They go from strength to strength,
    Psalmen 84:5, 7
  • Mem. Hij zal voor geen kwaad gerucht vrezen; Nun. zijn hart is vast, betrouwende op den HEERE. Samech. Zijn hart, wel ondersteund zijnde, zal niet vrezen; Ain. totdat hij op zijn wederpartijen zie.
    Psalmen 112:7, 8
  • Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen.
    Psalmen 118:8
  • Doe mij Uw goedertierenheid in den morgenstond horen, want ik betrouw op U; maak mij bekend den weg, dien ik te gaan heb, want ik hef mijn ziel tot U op.
    Psalmen 143:8
  • Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet. Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.
    Spreuken 3:5, 6
  • Door wederkering en rust zoudt gijlieden behouden worden, in stilheid en in vertrouwen zou uw sterkte zijn; doch gij hebt niet gewild.
    Jesaja 30:15
  • Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen.
    Zacharia 4:6
  • Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.
    Johannes 15:5
  • Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof.
    1Johannes 5:4